3i8
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Schoorsteenvegerstraatje.
Van Zuiden zegt van dit straatje alleen dat het in een
acte van [3 Januari 1657 voorkomt als Schrootstraatje,
naar zekeren heer Schroot, eigenaar van een aangrenzend
perceel en dat de volksmond van Schroot zijn straatje
maakte Schoorsteenstraatje, hetwelk later verlengd werd
tot Schoorsteenvegerstraatje.
Uit de transportregisters blijkt evenwel duidelijk wie
de heer Schroot was, want op 6 Augustus 1568 vinden
wij aangeteekend, dat Jonkvrouw Kathrijne van Zijl ende
Cronesteyn wede Johan Oem van Wijngaerden verkoopt
aan Jhr. Jacob Schroots, heer van Werm, schildknape en
Anna van Hardinxvelt, zijn huisvrouw, een huis en erf aan
de zuidzijde van het Voorhout, belend ten oosten een
steeg, strekkende van de Nieuwstraat in ’t Voorhout.
Tusschen 1620 en 1630 komt dit straatje herhaaldelijk
als Schrootsenstraatje voor en volgens een mededeeling
Pottier, op den hoek van den Hofsingel en den notaris
Jacob de Fay, die tevens makelaar was in gelden, obli
gaties en vaste goederen.
Toen in het begin van 1844 de naambordjes werden
aangeslagen, was de Praktizijnshoek vergeten. De directeur
van Politie, die daar zijn bureau hield, beklaagde zich
erover aan B. en W. en verzocht in het belang der
vreemdelingen, die zich op zijn bureau moesten aanmelden,
dat hieraan alsnog gevolg zou worden gegeven; aan
welk billijk verzoek onmiddellijk werd voldaan.
De bewering van Andriessen, dat de naam Praktizijns-
hoek aldus genoemd zou zijn, omdat „het college van
’s lands en hofs advocaten benevens de procureur-gene-
raal” aldaar derzelver vergaderingen hebben gehouden,
kunnen wij met stilzwijgen voorbijgaan.