HAAGSCHE STRAATNAMEN.
321
dezelve van alle zijden, dreigende die te sloopen en af
te branden, indien de baanderheer niet dadelijk de gravin
uitleverde en in hunne handen stelde, om haar aan haren
oom en voogd over te leveren. Geldolph weigerde dit
met eene edele standvastigheid, zwerende zich eerder met
zijn volk onder de puinhoopen zijner burgt te doen be
graven, dan zijne wettige gravin in dezen nood te verlaten
en in handen van haren doodvijand te stellen. De ridder
heeft zijn woord gehouden; gedurende zeventien dagen
sloeg hij, met zijne kleine magt, alle aanvallen der ge
wapende muitelingen, welke hem belegerd hielden, af, en,
hoe ook door den nood gedrongen zijnde, wilde hij van
geene uitlevering hooren. Eindelijk verscheen nu ook
de graaf Van Loon zelf met een sterken drom krijgs
knechten in de nabijheid van dezen burg, en noodzaakte
de vijandelijke soldaten en de muiters af te trekken,
waarop Geldolph de burgtpoort ontsloot. Van Loon rukte
er met zijn volk binnen, en den bevrijder zijner jeugdige
echtgenoote den ridderlijken handslag gevende, zoude hij
gezegd hebben Uwe burgt was in den hoogsten nood,
hij was ook de schuilplaats mijner Ada, vergun dat men
hem den Burg ter Noot noeme, en met alle voorregten
van valkenjagt en zwanendrift begiftige; zoodra de
grafelijke staf over Holland in handen mijner gemalin en
van mij zal zijn gesteld, zullen wij dit plegtiglijk beves
tigen, waarvan wij u heden, bij voorraad, de schriftelijke
belofte, door ons beiden eigenhandig geteekend, en met
de zegels onzer grafelijke huizen behangen, zullen ter
hand stellen. Dit geschiedde en sedert dien tijd zou men
dezen burg het Huis ter Noot genoemd hebben”. Enz.
Zijn tweede lezing, dat het huis ook genoemd zou
kunnen zijn naar Jonker Karei van der Noot, (die het
in het begin der zeventiende eeuw heeft gesticht) is de
juiste, maar hij kan de verleiding niet weerstaan om er
21