HAAGSCHE STRAATNAMEN.
32-1
Vlamingstraat.
Van Zuiden zegt, dat de naam dezer straat zeer wel ont
leend kan zijn aan Vlamingen, die zich hier neerzetten waar
schijnlijk als beoefenaars der lakenindustrie. In de Reke
ningen van den Baljuw van den Haag over 1385 heeft
hij reeds personen gevonden met de toevoeging „de
Vlaminc”. Hij voegt hier evenwel aan toe, dat indien dit
soms den eigennaam van bewoners der straat is, dat wij
dan hier een geval hebben, dat overeenkomt met de
gewone ontwikkeling en wij de straat zouden moeten
houden voor oorspronkelijk „die Vlaminc zijn strate”.
Hoewel ik aan de laatste lezing de voorkeur geef, zou
ik evenwel geen beslissend oordeel durven uitspreken.
De verzameling charters op het gemeente-archief zal
hieromtrent misschien eenig licht kunnen geven.
De oude verklaring van den naam, die nog door den
schrijver van „Oud-den Haag” in de Hofstad is over
genomen, is, dat zij genoemd zou zijn naar de over
winning door Witte van Haemstede op de Vlamingen
behaald in 1304, toen deze die arme kerels op éénen
dag van Haarlem door de Vlamingstraat naar Rotterdam
joeg, zonder hun één enkele maal gelegenheid te geven
om onderweg uit te rusten.
Van Zuiden zegt terecht, dat deze straat een der oudste
dat jaar werd hij benoemd tot burggraaf van de nieuwe stad
Gothenburg. Tien jaren later verkocht hij zijn huis,
boomgaard, vijver en tuinen met stal en koetshuis aan
Thomas Verwer, burgemeester van Deventer, wiens erf
genamen het in 1660 overdroegen aan diakenen der
Nederd. Hervormde Gemeente.
De Verwerstraat, later verbasterd in Ververstraat, vind
ik voor het eerst genoemd in 1652.