44
ende mr. Bernaert Langestraet, als vader ende voocht van
Antoni Bernardus ter andere sijde, verclaerende ende beken
nende wedersijts met rijpe deliberatie ende voorbedachte rade
te weten de voornoemde mr. Jan Daemen aengenomen ende de
voornoemde Bernaert Langestraet sijn voornoemde soon Antoni
Bernardus bij denselven besteedt ende verbonden te hebben,
den tijt van acht achtereenvolgende jaeren, innegaende op
huyden date deses omme bij de gemelte mr. Jan Damen in
de cost te woonen, denselven te dienen in zijne consten van
springen, spelen, dansen op de coorde off anders in sijne
affairen ende exercitie, mitsgaders deselve conste voorts te
leeren voor sooveel hij sal connen’begrijpen, daer in hij ge
houden sal sijn hem neerstich, getrou, gehoorsaem ende dienstich
te quijten, allesints souckende zijns mrs. proffijt, gelijck een
deuchtsaem jongesel toestaet ende daervan danck begeert te
hebben ende zijn tijt in aller getrouwicheijt ten vollen uijt te
dienen, sonder ondertusschen van sijn mr. te mogen scheijden
om geenerley oorsaecken, op pene van tot zijnen coste wederom
gehaelt te mogen werden ende evenwel zijn tijt te voldoen,
daervoor zijn vader de voorn. Antoni Bernardus belooft te
caveren ende bij gebreecke van dien te restitueren, op erleggen
ende betaelen alle ’t gene de voorn, mr. Damen daervoor
mochte te cort comen; hij sal oock niet mogen met de caert
ofte dobbelsteenen speelen tot schaede, prejudicie off nadeel
van sijn voorn, mr.als oock hem niet te begeven bij licht-
vaerdige vrouwenpersoonen ofte eenige wijnherbergen ofte
tappershuysen, sal oock geen handel van coopmanschap mogen
drijven, sonder speciael consent van zijn voornoemden meester
ende ’t selve sal moeten continueren ende duren soo lange
dat zijn voorsz. tijt sal uytgedient zijn, desgelyck sal de voor
noemde Antoni Bernardus sijn mrs. huys bij dage ende bij
nachte niet mogen uytblijven, mits dat degemelte mr. Jan Daemen
hem sal versorgen de vrije montcost van spijs ende dranck
huysvestinge, wassen, vringen naer behooren; item cleedinge
van linnen, wollen ende alle andere corporeele nootdruft
eerlycken naer zijn staet, ende wanneer hij zijn tijt ten vollen
uytgedient sal hebben denselven Antoni Bernardus dan noch
te geven twee pack cleedingh vande hooffden tot den voeten
’t eene nieuw met een mantel om heylich daechs te dragen
ende voorts linnen hemden ende beffen naer behooren, mits
gaders hem te geven gereetschap tot de const behoorende
ende is mits desen expresselyck geconditioneert, wanneer de
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.