92 DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. onuitwisselijk is. „Wordende in het regt geëxcuseert gevonden een minderjarige zoon, die op sijns vaders bevel een huwelijck aengaat, dat uyt hoofde als voren onbetamelijk is; maar de vader die soodanig huwelijk toestaet dat hij conde beletten, werd daartegen infamia genoteert Mr. Andries Hoflandt bij de voorschreven sijne requeste heeft connen goetvinden voor te wenden, dat wij niet souden zijn bevoeght geweest hem Hoflandt bij provisie te suspenderen ende dat het sevende articul van de instruktie van den Hove op hem niet toe soude applicabel zijn, aan UEd. Groot Mogend, in bedenken geven of het niet is van de uyterste onbe- schaemtheit zoodanigen sustenue voor te brengen, ten opsigte dat dan immers denselve Hoflandt in de voorn, zijne bedieninge aen niemand zoude zijn gesubordi- neert en nergens konnen aengesproken worden, hoe seer deselve sich daerinne hadde komen te misgrijpen, een saek van de uyterste ongerijmtheyt ende in sijn selven bespottelijck, dewijle het immers notoir is, dat geen van de Officieren meer relatie tot den Hove zijn hebbende, als die gene, dewelke het officier fiscael waernemen, dewelke in alles de orders van den Hove onderhavigh zijn, sijnde het bovendien kennelijck dat selfs de Praesidenten ende Raeden de judicatuere van den Hove subject zijn. Hofland die met sijn eenige en minder jarige soon te doen trouwen aan soo een infame vrouwe (welcke over haar godloos leven en handel de gevangenisse naauwlijks is ontweken, en tegens wie hij zelfs criminelijk hadde geageert), niet alleen op zijn hals heeft geladen de haet en verfoeyinge van het gemeenmaer die ook daardoor niet kan worden gezegt te sijn buyten een schandaal, dat irreparabel en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 101