DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
Gaarne geef ik gehoor aan het verzoek van de redactie
van het jaarboek van „die Haghe” om aan zijn lezers
op nieuw de geschiedenis te verhalen van de Haagsche
Juffer Sofia van Noortwijck en hare moeder de weduwe
Van Noortwijck, geboren Van der Maa, die op het einde
der 17e eeuw aanleiding gaven tot een schandaalproces.
De stukken, die deel uitmaken van het archief van ’t
Crimineele Hof werden mij door den Algemeenen Rijks-
archivaris, Jhr. Mr. Th. H. F. van Riemsdijk, met groote
welwillendheid ter beschikking gesteld, terwijl de Adjunct-
Rijksarchivaris Mr. P. van Meurs, onder wiens afdeeling
dit archief ressorteert, mij nog verschillende belang
wekkende bijzonderheden daaromtrent mededeelde.
Ruim vijftig jaar geleden gaf Mr. J. van Lennep dit
verhaal in het licht, doch hij deed dit op zeer onvol
ledige wijze.
Ik wil hier aanhalen wat Mr. P. van Meurs mij mede
deelde over het ontstaan van Van Lennep’s boekje, ge
titeld De Moeder en de Magistraat, dat tegenwoordig
uiterst zeldzaam geworden is en niet voorkomt in sommige
bibliographieën van Van Lennep’s werken.
„Wijlen de heer Hingman heeft mij gezegd, dat de
heer Bakhuizen van den Brink of Van den Bergh den
bundel stukken van het Hof van Holland (n°. 5372) eens