DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. I IO Patrick, Baron van Barnewall, oud-majoor van een regiment ruiterij, zat diep in de schulden. Hij was een man, die het niet zeer nauw nam met de waarheid en dus wel geschikt, zich te allieeren met de dames van Noortwyck. In de hierboven aangehaalde notariëele acte van Februari 1704, verklaart hij stoutweg de heerlijkheid Tuijll in eigendom te bezitten. Dit Sophia van der Maa, ter andere zijde, te kennen gevende zij comparanten dat tussen hun beraemt en beslooten was een aenstaende Christelijck huwelijck, eerstdaegs nae de wetten deser landen te solemni- seren, op de naer volgende conditiën en antenuptiale voorwaerden, te weten, dat d’ Heer Majoor Baron van Barnewalt, vader van de heer Bruydegom tot onderstant van dit tegenwoordigh huwelijck met zijn voorsz. heer Soon mede geven sal, eerstelijck alle zijne juweelen tot ornament van voorsz. bruyt, ofte in plaetse van deselve, 't harer keuze de somme van acht duysent gulden, om deselve bij haer privative alleen, in allen gevallen, in volcomen vryen eigen dom en ’t harer dispositie te werden gehouden. Item nogh de somme van dartigh duysent gulden, uyt de geree.tste middelen van hem heer Vader van den bruydegom, het zij in losrente brieven off obligation ten laste van ’t gemeen landt van Hollandt omme mede bij haer bruyt in geval de Bruydegom comt te sterven sonder kinderen bij haer Ed. geprocreëert in ’t leven nae te laten, in volcomen eygendom beseten te werden, en dat vant capitael (op het overlijden van den jegenwoordigen bruydegom in wesen zijnde) nae het overlijden van voorsz. vrouw bruyt, sonder kin deren, als boven, aen de naeste vrunden ab intestato van d’ Heer Bruydegom uytgekeert sal moeten wer den de somme van vijftien duysent gulden, als mede de adelijcke goederen, ende de heerlijckheyt van Tuijl x)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 119