DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. II3 Holland. ’T Hoff alvoorens op t versoek bij de nevenstaende requeste te disponeren, ordonneert partijen op aan- 8 Aen den Hove van alle kanten opzetten. Eene actie werd tegen hen inge steld, terwijl een echtscheidingsproces spoedig na de wittebroodsweken aanhangig werd gemaakt, waarbij wij later zullen stilstaan. Het Hof gaf aan Simon Knoll en aan veertien andere crediteuren het recht om op de bezittingen der echtelieden beslag te leggen. De stukken die op deze inbeslagname betrekking hebben luidden als volgt. Geven reverentelijck te kennen Simon Knol, Cornelis Stigter, Johannes Bonnet, Anthony Winterrack, Jan Martijn, Jacoba Cleyberge, Adriaan Crooswijk, Jan Dier, Pieter Roso, Maria Talbot ende Jan de Graaff alle burgers en winkeliers alhier in den Haagh, dat sij supplianten verscheyde somme van penningen te preten hebben ten lasten van Sophia Noortwijk, huysvrouwe van Robbert Bornewal, zoo over geleverde winkelwaeren als geleende en verstreckte gelden, de voldoeninge dieswegens niettegenstaande verscheyde minnelijke in- terpellatiën tot nog toe niet hebben consequeeren en alsoo sij supplianten bedugt sijn, dat de goederen van de voorn. Sophia Noortwijk, dewelcke geduyrende de differenten tusschen haar ende haar voorn, man gezegelt zijn geweest ende eerstdaegs staen te werden ontzegelt, sullen worden vervoert, en sij supplianten alsoo van haar voorn, agterweesen t eenemaal soude weesen gefrustreert, en zij daarin gaarne sagen voor- sien, so keeren de supplianten haar tot deesen Hove ootmoediglijck versoekende, enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 122