DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
II4
De conclusie daarop werd genomen op 8 Augustus en
was van den volgenden inhoud
staande Vrijdagh den 8en deses te compareereri voor
de heeren ende Mrs. Jacob Valensis ende Iman Cau,
Raden in desen Hoven als Commissarissen, die hen
hooren ende vereenigen sullen ist doelijk, soo niet,
sal alsdan gedisponeert werden na behoren.
Gedaan in den Hage den 5en Aug. 1704.
’THoff naer verhoor van Parthijen verleent het mandfc
van arrest stadt houdende ten dage in regten dienende
en dien dag al.
Actum Hage bij de Heeren Vallensis en Cau, Raden
in den voors. Hove als commissarissen. Den 8en Au-
gusti 1705.
Met eene querulante als mama van Noortwijck konden
de jonggehuwden klaarblijkelijk niet lang in vrede leven.
Zij was een goede cliënte voor heeren advocaten,
procureurs en solliciteurs, want zonder procedeeren en
appeleeren scheen haar het leven eentonig. In het jaar
1704 was de goede verstandhouding tusschen haar en
hare kinderen gedaan en zij voerde met hen een geding,
waaromtrent ons de volgende acte inlicht.
„Compareerde etc. Vrouwe Sophia van [der] Maa
weduwe wijlen d’heer IJsbrant van Noortwijck salr.
dewelcke verclaerde te constitueeren en machtigh te
maecken soo als zij constitueert en machtigh maact
bij desen Mr. Jacob van Ravesteyn, procureur voor
den Ed. Hove en Hoogen Rade van Holland specia-
lijck omme uytter naem ende van wegen haer con
stituante waer te nemen soodanigh proces als zij als