DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. 3 Johan van der Maa T) behoorde tot de aanzienlijken in den Haag, want op de regeeringslijsten dezer stad komt h In de Thesauriers rekeningen van ’s-Gravenhage van Anno 1641, fol. 294 en van Anno 1645 f°l- 334VO vonden wij Johan van der Maa, vermoedelijk vader van den Burgemeester, vermeld als goudsmid en leverancier van zilveren lepels aan de stad. hare liefdesbetuigingen. Dit gevoelen wordt nog versterkt door de verklaringen van getuigen, die haar in de zake der minne een schaamteloosheid toeschrijven, die weerzin wekt. Slaat men geloof aan het oordeel van Constantijn Huijgens, in zijne Journalen, dl. III, blz. 57, over de dochters van Burgemeester van der Maa geuit en dat wij later uitvoerig zullen vermelden, dan leidde Sofia van der Maa in haar jeugd een uiterst losbandig leven. Vermoedelijk werd zij toen aangetast door eene niet te omschrijven ziekte, die naderhand noodlottig op haar hersenen werkte en haar tot allerlei immoreele daden dreef. Zij was zonder twijfel eene zedelijk minderwaardige, geheel beheerscht door een onbegrensde zucht naar bezit en het behoeft ons niet te verbazen, dat haar dochter de kenmerken vertoonde van erfelijke belasting. Behalve de niet door Mr. van Lennep geraadpleegde dossiers, hebben wij tal van bijzonderheden kunnen ont- leenen aan de notarieele protocollen van ’s Gravenhage, van Gouda, enz., zoodat wij hopen een volledig beeld te kunnen geven van deze indertijd zoo geruchtmakende geschiedenis, die voornamelijk een eigenaardig licht werpt op de rechtspleging van die dagen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 12