122
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
Of het zoo erg geweest is? Er is wel eenige reden
om aan de- waarheidsliefde van Sofia van Noortwijck te
twijfelen. In elk geval haar echtgenoot gaf eene andere
lezing van het geval en beweerde:
konde continneren, mits welke ende andere redenen
(wast noot) nader te deduceren den voorn, procureur
in den name als boven eysch doende, concludeerde,
dat sij eysscherse van den verweerder soude werden
gesepareert van tafel en bedde en bijwoninge, en dat
den verweerder zoude werden gecondenmeert sulcx
te geheugen ende gedogen, ende aan de eysscherse
te laten volgen, en (ist noot) over te geven alle de
goederen bij de eysscherse ten huwelijck aangebracht,
makende, in cas van contradictie, eysch van costen,
ofte tot anderen finen ende conclusie de voornoemde
impte oirbaarlijcxt sijnde, omme waar jegens te seggen
Lambert Vijfhuysen als procureur van den verweerder
dagh van beraat genomen heeft te veertien dagen
eerstcomende.
Actum den 23011 April 1704, present de heeren
Vallensis ende Hinojosa.
„Dat te sijner tijt wel geverifieerd zoude werden
hoe het met de gemeenschap van goederen gelegen
was, dede wijders seggen, absoluut onwaar te sijn, dat
den verweerder in conventie, ende eijsscher in recon
ventie de voorn, sijne huysvrouwe qualijk zoude hebben
getracteert ofte mishandelt, ofte gedreijght te vermoor
den, ende wat diergelijcke injurieuse en geexcogiteerde
middelen meer sijn, dat de voorsz. positiven maar alleen
sijn geimpenteert, om onder zoodanige pretexten de
sertie van de eijsscheresse, en het verlaten van haar
man, eenige schijn van rede te geven, dat integendeel