128 DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. van Noortwijck was inderdaad klerk ten kantore van den genoemden administrateur. Zulks blijkt uit de overeen komst dezer handteekening met die, welke Johan van Noortwijck later plaatste onder stukken toen hij optrad als zoon en erfgenaam van Sofia van Noortwijck. Johan van Noortwijck studeerde later te Leiden in de rechten en werd advokaat Op 15 Januari 1718 verkreeg hij veniam aetatis en daarna werd hij met zijne zuster Mietje, elk voor de helft, toegelaten tot de nalatenschap zijner moeder. Hiervoor werd de getuigenis ingeroepen eener oude bekende, de gezworen vroedvrouw, Elisabeth van Lillo, die bij zijne geboorte tegenwoordig was geweest. Zij verklaarde, dat hij de zoon was van Sofia van Noort wijck en dat hij geboren op 8 December 1694, kort daarop was overgebracht naar Wassenaar en aldaar toevertrouwd aan de zorgen van zekere Jacoba van Leeuwen. Deze opgave verschilt met die, welke wij uit de stukken geput en in ons verhaal opgenomen hebben, zijnde den 15 October 1695. Daarentegen komt de bewering van de vroedvrouw wel overeen met de mededeeling in de Journalen van Con- stantijn Huygens, den zoon, dat Wigbold van der Does einde Juli 1694 erg verliefd was op de dochter van den Commies Noortwijck. De vrucht dezer liefde kan wel op 8 December d. a. v. geboren zijn. Het geheugen der vroedvrouw, die op haar ouden dag kwam, kon haar wel parten gespeeld hebben. Wij zullen dit niet onderzoeken, daar de zaak ons van niet zoo groot gewicht voorkomt. Reeds op 1 April 1718 machtigde Johan van Noortwijck den notaris E. A. Timmer tot het verkoopen van een huis en landerijen, nagelaten door zijne moeder. Den 10 April 1718 maakte hij ten behoeve van zijn zuster zijn

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 137