DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
129
in Juli 1722
EDUARD VAN BIEMA.
9
Eigenaardig is het, dat in Juli 1717 een mr. Johan van
Noortwijk huwde met een Haagsche juffrouw Scheltus. Dit
was echter een geheel ander, zoon van den Utrechtschen waar-
nemenden rentmeester Everhard van N. in wiens plaats hij
weldra dit ambt aanvaarden zou.
testament bij notaris R. de Bruyn, l) en
verkocht hij een huis, maar na dien tijd vinden wij geen
spoor meer van hem.
Nu wij zijne halfzuster Mietje, de dochter van Salomon
Pereijra weer voor het voetlicht gebracht hebben, willen
wij mededeelen wat wij omtrent haar gewaar zijn geworden.
Op 2 September 1717 maakte notaris de Bruyn, alhier
de huwelijksvoorwaarden tusschen haar en Johan Snel van
Leiden, met wien zij op 5 September d. a. v. in ondertrouw
ging. Zij noemde zich toen voluit Sara Maria; vroeger
bleef, blijkens het voorgaande, de eerste benaming, die
herinnerde aan haar Semitische afkomst, steeds achterwege.
Haar bruigom was waarschijnlijk een zoon van Mr. Johan
Snel en van eene Juffrouw Houttuyn. Hij overleed op
het einde van 1735 en werd begraven kort vóór 7 Januari
1736. Zijn vrouw bleef toen met 5 kinderen achter. Waar
schijnlijk is Sara Maria overleden in het jaar 1749, want
in het Leidsche familiegeld-register van dit jaar komt haar
naam niet meer voor.
Wij zijn nu gekomen aan het einde van ons verhaal en
nemen voor goed afscheid van de weinig deugdzame dames
van Noortwijck. Misschien dat haar nageslacht, afgeschrikt
door het slechte voorbeeld, betere wegen bewandelde, en
daardoor de slechte herinnering aan haar uitwischte.
’s Gravenhage, April 1911.