144 de plundering van DEN HAAG door de gelderschen.
D. S. VAN ZUIDEN.
Dat de zoo welgeslaagde tocht van van Rossem grooten
schrik in Holland verspreidde, is gemakkelijk te gelooven,
en indien de Landvoogdes erbij betrokken geweest is,
dan heeft zij succes gehad, want de Hollandsche staten
werden veel gewilliger met hun geldtoezeggingen, zoodat
de oorlog met kracht kon worden aangegrepen zoo’n
kracht dat nog voor het einde van het jaar de Geldersche
hertog tot een zéér ongunstigen vrede genoopt was (3 Oct.
1528). Ook in Utrecht overwon de Bourgondische partij
ten eenenmale, zoodat het verdrag met den bisschop, van
Februari 1528, waarbij het wereldlijk gezag over het bisdom
aan den keizer gebracht werd, ook geheel ten uitvoer kon
worden gelegd.
bereikt. Volgens Bommelius x) is de bode in Woerden
gevangen genomen en heeft men hoewel hij eerst vol
hield niets bij zich te hebben tenslotte op hem den brief
gevonden, die, naar Delft gebracht, aan de regeering werd
overgeleverd, hetgeen zijn aanwezigheid in het Algemeen
Rijksarchief verklaren zou. als hij er niet tijdelijk uit ge
weest was en onder anderen in handen was geweest van
Aart Meurs uitgever van de vertaling van L. Hortemius
Utrechtsch verhaal, waarachter hij den brief afdrukte 2),
terwijl ook Pontanus beweert: „habeo ex archivis depromp-
tas tabulas”. Op een of andere wijze is hij echter weer
ter juister plaatse terecht gekomen.
In een passage die niet in het handschrift Lap v. Waveren
voorkwam en dus van eenige jaren later dateert dan het
eigenlijke geschrift, misschien ook van een (Geldenhauer
afkomstig is. Ed. Hist. Gen. p. 38.
2) Niet heel nauwkeurig trouwens.