r I 46 DE PLUNDERING VAN DEN HAAG DOOR DE GELDERSCHEN. Bijlage II. i 10 Maart. 1528, Maart 8. „La lettre du prévost de Culemborch Weze a son frère quant les Gheldrois furent a la Haj'e.” Eerbre ende vroetne lieff broeder soe wij hier die tijdinghe hebben ghij met den anderen sijdt [in den Haghe onder die klercken ende schrijvers gekomen om alldair van mijns gen(adige) Heeren weeghen ende die Staten van Utrecht U in ’t recht te gheven gelijck die Hollanders menichen jeeren gearbeit hebben van den Haghe een parlement in deese Neder landen gelijck Paris in Francrick te maken, want sij bouen in dat kamerengericht neijt en hebben willen staen, dan deese gansche Nederlanden bysonder dat erm bisdoem van Utrecht onder hoer subjectie willen trecken met groeten hoemoyt ende moytwille ende daerenboven alle Leutherie (welck sij duer beveell des K. Maj. billich straffen sollen) gesterckt in ’t hey- melick ende in ’t openbair contrarie onsen kersten geloeve voerengestaen; behgeer dairom vruntelick, dat U. E. mij seer ge- biede willen tot den Maerschalk Rossem, Ghent, Rutenberch, Werdenburg, Lyendenonseneeve ende vrunden hem vermanende dat see doch sich nu nijet en vergheeten, want ghij nu die rechte broijthennen voirhanden hebt dair allen last ende verloep uet gekoemen is. Ick wold om hondert sonne kroenen, dat ick eene dach bij U wair om U die rechte bellbijnders leeren kennen, namentlick die President, een gewoenen schipper uth Zeelandt die allen jonekeren ende guede lueden heft willen verdrucken ende die guede jonekeren van Brakell ende Broeck- husen ter doet bracht. Noch een genuemt meister Vincent ende ongescent t’Utrecht ’s Dijnsdages na Reminiscere also opten zesten dach na hoir wtreysen ’s morgens voir VIII uren mit zeer veel goits, gulden, zijden clederen ende anders, oick cleynoden, gelt, gout, silver, ende anders meer. Gem. Arch. Utrecht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 155