HAAGSCHE STRAATNAMEN. 155 In Vlaanderen spreekt men nog van „Kasseiweg”: een weg met keien bestraat. dan werd de oorspronkelijke naam van de straat niet zelden door dien van het uithangbord verdrongen. Zoo zien wij de Warmoesstraat veranderd in Drieboerenstraat of Slop van de drie boeren naar de herberg van dien naam, het Blijkerslop herdoopt in „Slop van den Frissen Romer” Slingelandslraatje in Approchestraat naar de herberg „de Aproche [Loopgraaf] van Hulst”Sterlingstraat in Casu- ariestraat naar een berucht huis, waar de Casuaris uithing, en Wervelaan in Laan van Nieuw Oost-lndië naar een herberg en uitspanning aan den Bezuidenhout. Hetzelfde is waarschijnlijk het geval geweest met de verdooping van Rijswijkschen Straatweg in Bogt van Guinea, een geliefd uithangbord voor matrozenkroegen. De Vlamingstraat, waarschijnlijk de eerste straat, die in het middeleeuwsche den Haag was geplaveid, werd daarom de Caseydestraat1) (in Utrecht en elders Steenweg) genoemd. Indien later een gracht of sloot werd gedempt om tot straat te worden aangelegd, sprak men van de Gevolde Gracht, of van de Geplaveide Gracht, of van de Gevolde Molensloot, enz. Was een nieuwe „geconcipieerde” straat breeder dan de naburige straten, dan kreeg zij den naam van Breedstraat of Nieuwe Breedstraat. Eerst later, als de behoefte zich deed gevoelen om haar van andere gelijk namige straten te onderscheiden, kwam een nieuwe naam in zwang. Zoo werden o. a. de tegenwoordige Varken markt, Lange- en Korte Beestenmarkt het eerst Breedstraat genoemd, terwijl ook de Voldersgracht na de demping het eerst als Bredestraat wordt vermeld. Toen in de eerste helft der 17e eeuw zooveel nieuwe straten ongeveer ter zelfder tijd werden aangelegd, sprak men bijv, van ie, 26, 3e en 4e straat bezuiden de Groenmarkt (Groote Markt),

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 164