der Bree, op-
van der Lubbe,
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
156
en sloppen werden veelal genoemd naar het
een der bewoners, die op den hoek woonde
aan gaf. Zoo vinden wij o. a. ver-
die achtereenvolgens de namen ontvingen van Herder-
straat, Oog in ’t Zeilstraat, Katerstraat en Molstraat.
Dikwijls deden openbare gebouwen en bekende woon
huizen als bakens dienst in de zich meer en meer uit
breidende stad, waar geen naambordjes het vinden van
den weg vergemakkelijkten. Zoo sprak men van Achter
de Clock, Achter de Hal, Achter 't Sacraments gasthuis,
Achter de Stallen, Bij de vier Westermolens, Bij de Zout
keet, enz.
Poorten
beroep van
of die daar den toon
meld de
Aschmanspoort,
Bakkerspoort,
Bezemmakerspoort,
Bleekerspoort,
Blikslagerspoort,
Brandmeesterspoort,
Brillemakerspoort, later verbasterd in Briellepoort,
Dienderspoort,
Glazenmakerspoort,
Grutterspoort,
Hoejemakerspoort,
Kamm enmakerspoort,
Mandemakerspoort,
Schilderspoort,
Voorlezerspoort,
Zeilemakerspoort,
Zilversmidspoort enz.
Enkele poorten zijn op eigenaardige wijze aan een naam
gekomen. Een merkwaardig voorbeeld hiervan is de Vrede-
bestpoort. In 1864 werd door Jacobus van
zichter bij de Staatsspoorwegen, Johannes