i6o
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
aan zijn naam is
generaal van het leger”, of zooals wij nu minder omslachtig
zouden zeggen, cipier of provoost. J)
Hoe het Advocatenpaadje (Lijnbaan)
gekomen, is mij niet gebleken.
Onder de historische namen wijzen wij op het Tournooi-
■veld (Kneuterdijli) waar de steekspelen werden gegeven,
den Kooltuin (Plein) in de middeleeuwen moestuin van
het grafelijk kasteel, in de i6e eeuw Stadhouderstuin
en vervolgens Paradeplein omdat daar onder de Stad
houders de wachtparade werd gehouden, de Maeljestraat
of Maeljebaenstraat naar de nabijgelegen Maliebaan, waar
het maliespel in de 17e eeuw druk werd beoefend, het
Schotsche kwartier (St. Jacobstraat en omgeving) een
geliefkoosd verblijf voor de Schotsche soldaten in dienst
der Republiek, ,,’Z Groene Sootje”de gerechtsplaats van
het Hof van Holland, den Hoek van Banken (Hoek Zuid-
wal, bij het Ziekenhuis) waar de beruchte baljuw Johan
van Banchem een tuin en tuinhuisje bezat, de zoogenaamde
Fransche Sociëteit (Kazernestraat tusschen de tegenwoordige
Parkstraat en Kleine Kazernestraat) genoemd naar een
sociëteit of vereeniging van Fransche dames, welke gevestigd
was in een huis achter de Kloosterkerk; terwijl ten slotte de
Johan Blotelingh, controleur der Grafelijkheidsdomeinen, eige
naar van Zuiderbosch. Hij kreeg in 1732 vergunning een voet
brug te mogen slaan over de boschsloot, tegenover zijn tuin
aan den Bezuidenhoutschen weg, even voorbij de Laan van
Nieuw Oost-lndié', mits hij een koepel met statigen gevel daar
tegenover deed bouwen.
Het laatste gedeelte der Controleurslaan van de brug tusschen
de vijvers tot Kerklaan, waaraan de bekende Catsbeuk ge
vonden wordt, bestaat nog en het eerste gedeelte, hoewel
vol geplant, is nog duidelijk kenbaar. Het bruggetje over de
boschsloot is afgebroken.
h In Zutfen was een Geweldigershoek, welke eveneens naai
den provoost-geweldige was genoemd. Zie Geldersche Volks
almanak 1894 p. 85.