IÓ2 HAAGSCHE STRAATNAMEN. Hoewel het Groene Zoodje niet onder de straatnamen thuis hoort, heb ik het hier vermeld omdat het bij de een of andere gebeurtenis als plaatsaanwijzing kan zijn genoemd. Enkele straten wijzen op het gehalte der bewoners zooals de Dronkemansstraat en Duvelshoek. Beide straatjes waren van oudsher berucht. Een keur van 1538 bepaalde o a. dat alleen bordeelen mochten worden gehouden aan ’t einde van de Molenstraat westwaards tot het hek van de Pastoorswarande. Sommige straten zijn zeer losnamig, zoodat in korten tijd de eene naam den anderen verdringt; andere daaren tegen, die op het einde der 16e of begin der 17e eeuw onder een dubbelen naam voorkomen, bewaren dezen een paar eeuwen lang. Het St. Pietersiraatje o. a., dat reeds op ’t einde der 16e eeuw Gortstraatje genoemd wordt, komt nog in de 19e eeuw onder beide benamingen voor. Eveneens de Lorre- of Assendelftstraat, St. Anne- of Lap- straat, Parel- of Elsemoerstraat, Sterling- of Casuariestraat, Zuster- of Bagijnestraat, Uiterste gracht of Ammunitiehaven (nog aldus genoemd in een koopbrief van 1861) Middel- gracht of Schedeldoekshaven enz. Een eigenaardig voorbeeld van naamsverandering vin den wij bij de Nieuwe Havenstraat. Toen daar ter plaatse tusschen 1620 en 1630 een slop werd aangelegd, sprak men heel deftig van de nieuw geconcipieerde straat over de Turfmarkt, maar nadat de bleeker Jacob Gerritsz daar een stuk land had gekocht voor zijn bleekerij, werd zij o. a. in 1631 genoemd de nieuw geconcipieerde straat van Jacob Gerritz bleycker en eenige jaren later Jacob Gerritsz Bleyckersteech of -straat, Jacob Gerritssteeg of -straat, vervolgens Jacob Blijkerstraat, en ten slotte alleen maar Blijkerslop. Men heeft lang in dubio gestaan of men van een straat, steeg of slop moest spreken, totdat de laatste benaming die de juiste was bleef

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 171