i65
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
ontleend, heb ik niet kunnen ontdekken, maar ’t is niet
onwaarschijnlijk dat een uithangbord of gevelsteen met
een voorstelling van het bekende „manneken” in Brussel
aanleiding tot deze benaming kan hebben gegeven.
Onder de andere straatnamen, die slechts een enkele maal
genoemd worden, moet ik nog de aandacht vestigen op de
Modammerstraal in de Lange Poten {Zuster- of Bagijnestraat),
die alleen voorkomt in de keuren en ordonnanciën van de
Potenbuurt van 1643, op de Moublestraat {HoogeNieuwstraat)
vermeld in 1544 en op de Keizerstraat {Nieuwe Molstraat},
Koestraat {Casuariestraaf} en Prinse- of Splinter straat {Oog
in Jt Zeilstraaf), die in de eerste helft der 17e eeuw slechts
een enkele maal in de Transportregisters genoemd worden.
Verder wordt in de registers van het straatgeld over
1665 de eene arm van de Boterstraat aangeduid als
St. Andries- en de andere arm als Van Wamelenstraat-,
de eene arm van de Nieuwe Agterstraat {Lage Nieuwstraai)
uitkomende op de Pnnsegracht wordt op den plattegrond
van Daniël Langeweg van 1747 Nieuwkoopstraat genoemd,
zonder dat deze namen ergens anders voorkomen, terwijl
de Tuinstraat {Slop van Willem Klein} alleen staat aan
gegeven op een plattegrond van circa 1700 en de naam
Morshoek voor Bogt van Guinea alleen vermeld wordt in
een request aan Hoogheemraden van Delfland van 1741.
De Zmderstraat in de Poten, welke alleen in het register
der appointementen van de Domein- en Rekenkamer over
1681 wordt genoemd, zal waarschijnlijk een schrijffout
zijn voor Zusterstraat {Bagijnestraat}, terwijl voor „Broeck-
strahe” {Kikkerstraaf), die ik alleen gevonden heb in een
schuldrentebrief van 1690: Brugh- of Biirghstraatjede
oude benaming voor Kikkerstraat moet worden gelezen.
’t Is eigenaardig zooals sommige verbasteringen bij de
menschen ingang hebben gevonden. Franje voor Pastoors-
warande, Jefrientje voor Juffrouw Idastraat en Jan Hendrikje