HAAGSCHE STRAATNAMEN.
T7I
1729 in De Riemer wordt de
x) Uithangteekens dl. 3 p. 143.
Van der Does, die hij valschelijk aanhaalt, is aan dit
verhaal volmaakt onschuldig.
Van Lennep en Ter Gouw deelen mede, dat „de Bogt
•van Guinee" een geliefkoosd uithangbord was voor ma
trozenkroegen. In „De Uithangteekens” geven zij het hier
afgebeelde uithangbord als titelprent. Te Amsterdam waren
in 1700 alleen in de Nieuwstraat twee logementen van
dien naam en toen de Jonkers- en Riddersstraten nog vol
waren met matrozenkroegen en speelhuizen hing ook daar
aan meer dan een „de Bocht van Guinea” uit. Op een
dergelijk uithangbord las men o. a.
Dit’s in de Bogt van Guinee
Men tapt er bier en wijn en men eet er visch meê.
Zij voegen hier aan toe, dat men te ’s-Gravenhage, Leiden
en in andere steden straten vindt de Bocht van Guinea
geheeten, doch die zich dan ook onderscheiden doordat
zij in een halven cirkel zijn gebouwd en dat men daaraan
den naam kan toeschrijven, zonder dat wij er stellig bij
hebben te denken aan een uithangbord.
Dat de spraakmakende gemeente hier gedacht zou hebben
aan den „bogtigen inloop van den Atlantischen Oceaan”
is wel zeer onwaarschijnlijk, daarentegen schijnt mij
de veronderstelling van Eyssell dat de naam ontleend is
aan het uithangbord eener herberg zeer aannemelijk, hoe
wel ik dit uithangbord in den Haag nog niet ben tegen
gekomen. ’t Is natuurlijk mogelijk, dat de vorm van den
weg den vermoedelijken eigenaar der herberg, die mis
schien voorheen zelf op de kust van Guinea kan hebben
gevaren, tot het kiezen van dit uithangbord kan hebben
geïnspireerd.
Op den plattegrond van