DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. 9 „Mademoiselle, „Je vous écris, charmante Sophie, la première lettre en Francois puisque je scay que vous 1’entendez et qu’il ne vous manque qu’un peu plus d’exercice In het Not. Archief reg. No. 1498 vinden wij eene vol macht, die zij op 4 Februari 1696 passeerde voor notaris J. v. d. Burgh, ten name van den Procureur George Rosenboom om hem te machtigen tot het voeren van de procedure tegen de kinderen en erfgenamen van wijlen Mr. Jacob van Vol bergen, in sijn leven ontfanger-generaal. ingegeven door hun feilen afkeer tegen hun schoonzoon Killegrew, die hunne dochterHelena moedwillig had verlaten. Nog tijdens de scheiding en deeling der nalatenschap van de weduwe Van der Maa, was de weduwe Van Noortwijck, als boedelhoudster van haar man, betrokken in een proces tegen den Ontvanger-Generaal Mr. Jacob van Volbergen x) en diens erfgenamen, dat reeds meer dan vijftig jaar aanhangig was. Verkeerde zij in zorg over den afloop van dit geding en vreesde zij door de gelde lijke offers, die dit van haar zou kunnen eischen, in de toekomst haar levenswijze te moeten inkrimpen, en trachtte zij daarom het huwelijk harer dochter en dus ook de uitkeering der fl. 20.000 zoo lang mogelijk uit te stellen of zelfs te voorkomen? Dit zou de eenige verklaring, doch daarom geene ver ontschuldiging zijn voor haar misdadig optreden. Reeds op jeugdigen leeftijd had Sofia aanbidders. Zekere J. J. Hamel Bruynincx had met medeweten harer moeder een begin van verkeering met haar. Hoever deze ging weten wij niet, daar de naam van dien eersten minnaar niet anders in de processtukken voorkomt, dan als de schrijver van het epistel, dat wij hieronder wedergeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 18