i87
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
De Kloostergebouwen en Kloosterkerk waren sinds 1589
ingericht tot geschuthuis.
-j 8 Aug. 1614. Reg. van Verkoopingen voor den Magistraat
van ’s Gravenhage fol. 134.
3) A. C. de Rop. Het huis op het Nachtegaalspad p. 202 e. v.
400 ponden, maar de eigenaar behield aan zich den eigendom
van de helft van beide slooten aan weerszijden van de
laan. Burgemeesters mochten evenwel deze slooten dagelijks
gebruiken om „alle behoeften ende materealen dienende
tot het clooster ende het gieten van ’t gescut 1), met
scuyten aff ende aen te voeren, maer anders nyet; tot
wekken eynde Burgemeesters voornoemt sullen doen leggen
eenen boom met ijseren pennen aen de noortzijde van
de voorsz. sloet ofte slooten met een sluytent slot daeraen,
waervan den voornoemden Van der Wyele van de
Werve mede een sleutel gelevert sal werden”, enz. 2).
Dit laantje bleef tot omstreeks 1857 een buitenweggetje,
het was met een dubbele rij Duitsche populieren beplant,
en vormde een slecht onderhouden verbindingsweg
tusschen Kloosterkerkstraat en Hoogen IVal (Mauritskade).
Op den hoek van Kloosterkerkstraat en de tegenwoordige
Kazernestraat stond een voor den Haag merkwaardig
hoog gebouw, oud en verveloos, dat vier verdiepingen
telde. In het onderhuis was een water- en vuurnering
van baas Post, terwijl deze ark verder door tal van
lieden was bewoond, die de meest heterogene vakken
uitoefenden.3) Verderop de hoefsmederij van Van derSlooten
en een sloot, die de grens vormde van een aantal
warmoezierderijen, die zich tot aan de Mauritskade uit
strekten. Daar stonden vroeg in het voorjaar op den
zwarten vetten grond de lichtgroene doperwten in lange
rijen gepoot, terwijl later de bloeiende tuinboonen een
aangenamen geur verspreidden. Links van het Nachtegaals
pad stond een tuinmanswoning aan het Paleis op den