j 88
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Padmoes. (St. Jacobstraat.)
Van Zuiden meent, dat deze naam, die hij in 1563
voor het eerst genoemd vindt, samenhangt met „mos”
of moeras, waar padde of vlas groeide. Die afleiding
lijkt mij niet juist. In de eerste plaats groeit vlas niet in
een moeras, maar bovendien komt „padde” nooit voor in
de beteekenis van vlas, maar alleen in de samenstelling
paddevlas, (Onser Vrouwenvlas of navelkruijt). De naam
Padmos vind ik het eerst genoemd in het Hofboek van
1512 waarin gesproken wordt van „die nuwe straet dye
Padmos hyet”. In het daaraan voorafgaand Hofboek van
omstreeks 1485 wordt alleen gesproken van de nieuwe
straat in het Zuideinde, zoodat de naam Padmos of Pad
moes omstreeks 1500 zal zijn ontstaan. Had de plek gronds,
waarop deze straat is aangelegd, van oudsher Padmos of
Padmoes geheeten, dan zou hare ligging in het oudste
Hofboek waarschijnlijk zijn aangeduid als die nieuwe straat
op ’t Padmos.
Dat de bodem daar eertijds een moeras was is mogelijk,
begin gemaakt met het bouwen van
van
Kneuterdijk behoorende, verderop een tuinpoort ter hoogte
waar nu het huis Parkstraat nr. 6 staat, welke toegang
verleende tot ’s Konings tuin, en een kleine woninghet
geboortehuis van den bekenden kindernovellist Ant. de Rop,
die daar zijn kinderjaren sleet. Van dit huis tot aan de
Mauritskade sloot een vrij hoogen muur den tuin van
het Paleis van Koning Willem II op den Kneuterdijk van
den weg af.
In 1857 werd een
woningen; de Kloosterkerkstraat werd aan de zijde
het Dept, van Financiën in 1869 verbreed en de namen
van deze straat en van het Nachtegaalspad werden twee
jaren later veranderd in Parkstraat.