192
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Scheelhol. (Heerengracht)
Korte
Haagsch Jaarboekje 1898 p. 77.
De Scheelholsbrug tusschen Heerengracht en
Poten komt reeds voor in 1614.
Constantijn Huygens maakte er een Latijnsch versje
op waarvan Dr. W. Meyer de volgende vertaling geeft
Een dwaas noemt mij een hol, mij, die den vreemdeling
Het eerst een kijkje gun bij d’intree van den Haag.
En ’t scheele is mijn roem, want groot wordt’s-Gravenhage
Door den beroemden naam van Strabo dien ik draag.
Stalpert en Jhr. Amelis van de Bouckhorst in 1592
van Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland
7 hond lands hadden gekocht, eertijds de groote boom
gaard van het St. Elisabethsconvent, welke aan dit laantje
grensde, werd gesproken van Stalpertslaan genaamd ’t
Schapenweytgen
Onder die dubbele benaming wordt dit laantje in 1615
voor ’t eerst vermeld.
In 1627 wordt gesproken van zekere laan, genaamd’t
Schapenweytgen ofte Stalpertslaan, grenzende aan den tuin
gekomen van het St. Elisabethsconvent, terwijl in 1644
een tuin en tuinhuisken verkocht werd in de gedestineerde
Breestraat, van ouds genaamd Stalpaertslaan, „streckende
van voornoemde straat tot aan de Assendelftstraat toe.”
De familie Stalpert van der Wiele heeft daar jaren lang
grond in eigendom bezeten. Nog in 1641 verkocht mr.
Augustijn Stalpert van der Wiele aan den Magistraat
„seeckeren grontthuyn ende erve, belend noord den ver-
kooper en andere eigenaars met die van de Remon-
strantsche gemeente en west de Stalpaertslaan.”