196 HAAGSCHE STRAATNAMEN. In hetzelfde jaar werd een dergelijke ontheffing verleend aan Cornells Ockenburch. Memoriael ofte Apostillebouck. fol. 39. Delft, 7 jaar vrijdom van verponding van „sijne voorge nomen te timmeren huysinghe op seecker erff gelegen aen de Zuytsingel alhier genaemt de Uuyleboomen” 1). Het is dus waarschijnlijk dat de tegenwoordige Zuidoost- Buiten- en Binnensingels, naar dit erf, bijna twee eeuwen zijn genoemd en het is jammer, dat men in 1844 dien naam niet officieel heeft vastgesteld. Reeds in 1649 werd verkocht een erf op den Binnen singel onder de Uleboomeri’Uilen in de boomen geschilderd met het onderschrift d' Uylleboomen was ook een uithang bord, dat vroeger zeer in den smaak viel en nog aan enkele boerenherbergen voorkomt. Andriessen weet te vertellen, dat aan het einde van dezen weg eertijds een groot houten gebouw heeft ge staan, waarin de „tot de jagt gebruikt wordende dieren, benevens een aantal honden, werden bewaard” en dat men deze loods de vorstelijke menagerie noemde, ver mits aldaar ook andere soorten van uitlandsche vogelen werden aangekweekt. En hij voegt hieraan toe, dat in de vele hooge boomen, die daar eertijds stonden, zooveel uilen en andere nachtvogels hun verblijf hielden, dat men de meeste boomen heeft moeten uitroeien, „want welke pogingen men aanwendde om deze afzigtelijke dieren te verwijderen, zij keerden weldra, en zelfs in grooter ge tale, terstond weder terug.” Het is niet genoeg, dat de man zelf zooveel onzin uitkraamt, maar hij doet er nog het leugenachtig verhaal bij, dat Van der Does beweert, „dat de zoogenaamde Uileboomen voorheen den naam van Valkenplaats droeg, welke Valkenplaats naderhand is overgebragt op het Buitenhof, ter plaatse waar tegenwoordig de Koninklijke

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 211