210
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
zes huisjes
gemeene
eigeningsplan van de huizen aan de n.z. van de Lange
Poten, die voor de verbreeding van deze straat in
1879 moesten worden gesloopt, had de stadsarchitect
de Blauwe gang vergeten. Dit slop, waarin de zoo
genaamde Mulderhuisjes stonden, moest toen door
de Gemeente van den eigenaar, den schrijnwerker
J. J. Mulder van de Graaf, die in een dezer huisjes
woonde, voor een vrij aanzienlijk bedrag ondershands
worden aangekocht. De eigenaar kon toen het groote
huis op het Hofspui koopen, waarin hij tot aan zijn
dood toe heeft gewoond.
Blauwe gang of Blauwe poort.
Aan de oostzijde der Oude Molstraat tegenover de
Juffrouw Idastraat. De Blauwe gang of poort wordt
o.a. vermeld in 1797 2) en in 1806; zij staat bij de
oude Hagenaars nog onder dien naam bekend.
Blauwe gang.
Aan den Zuidoost-Buitensingel, tusschen de huizen
thans gemerkt n°s. 19 en 21,
Blauwe poort.
In 1751 werd verkocht een blok van
aan de n.z. van de Katerstraat in een
poort genaamd de „Blaeu poort.”
Dit blok huizen kreeg later den naam van het
Blauwe hofje. Het is thans gesloopt. Op de plaats
daarvan bevindt zich nu de schrijnwerkerij van H. S.
Kardol en A. J. Bodinot, n°s. 913.
Naamlijst Dec. 1827.
Bleekerspoort.
Aan de o.z. van de Zeestraat, tusschen de huizen
thans gemerkt n°s. 33 en 35.
1) Een Blamve gang vindt men o.a. ook te Rotterdam. J. M.
Droogendijk, Rotterdamsche Straatnamen.
2) Naamlijst van overledenen enz. Nov 1797 p. 5.