i8
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
brengen. Maar daarbij bleef het niet. Zij spoorde Carion
aan ook andere ruim van geld voorziene heeren bij haar
en hare dochter te introduceeren. Het was in de maand
Januari van 1694 dat de kennismaking met Salomon
Pereyra had plaats gehad en tusschen de bedrijven door
speelde zich het droeve spel met Wigbold van der Does
af. Hoe fel de nieuwe minnaar haar ook bestookte, hare
gedachten waren nog te veel vervuld van Van der Does
en het door hem achtergelaten pand, om te zwichten
voor de smeekbeden van Pereyra, hoe zeer die ook ge
steund werden door de argumenten der weinige kies
keurige moeder. Wanneer hij bij haar aan huis kwam,
vluchtte zij naar haar kamer en sloot zich daar op, daar
zij van den Jood, die bovendien een getrouwd man was,
niets wilde weten. Meermalen klaagde zij haar nood bij
den procureur en notaris Barend de Vos, den raadsman
der familie, doch het bleek ook, dat dit heer niet ge
maakt was van het hout, waaruit men betrouwbare raads
lieden kon snijden. Mama bleef ook niet inactief en
bezigde niet altijd de zachtste middelen om hare dochter
te overtuigen van het heil dat er stak in eene amoureuse
verbinding met den zoon van Israël.
Pereyra zelf scheen soms strijdensmoede en van zins
zijne veroveringsplannen op te geven, doch dan werd
hij op aandringen van de weduwe door Carion terug
gehaald en aangespoord om zijne attaques te hernieuwen.
Toen het heel erg werd ontvluchtte Sofia het huis in
gezelschap van haar linnenmeid en nam de wijk naar
Delft. Het was alleen op de stellige belofte harer moeder,
dat zij met rust gelaten zou worden, dat zij terugkeerde.
Maar dra was zij niet terug of die belofte bleek ijdel te
zijn en de aanvallen werden hernieuwd, hoewel voor-
loopig zonder succes.
Het is onnoodig hier in details te treden en te ver-