DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. 20 Soete lieve Feytie, vaak van bittere klachten, die zij uitte, terwijl zij de schuld van haar omgang geheel wierp op haar moeder. Alida Sanders, een dienstmeid, die in 1697 in betrekking gekomen was bij de weduwe Van Noortwijck vertelde, dat Sofia na eene hevige kijfpartij met haar moeder ’s avonds op straat gevlucht was, en dat het der dienstbode, die haar nageloopen was, heel wat overreding kostte om haar mede naar huis te troonen. Johanna Verhaer, de reeds genoemde Schoolvriendin van Sofia, legde verklaringen van ongeveer gelijkluidenden aard af. Dat Sofia niet altijd gelijk gestemd was tegenover haren minnaar en zich nu eens afkeerig, dan eens wel willend tegenover hem betoonde, is wellicht toe te schrijven aan haar overprikkelde zenuwen. Om een beeld te geven van den man, die met haar in intieme relatie stond, kunnen wij niet beter doen, dan eenige staaltjes zijner amoureuse correspondentie over te leggen, die juist niet getuigen van verheffing van gedachten of van uiterlijke beschaving; soo verlanght nae de post huyt den Hag UEd. gesontheyt te weten maer geen aendtvoort „Hebbe omvanï” op mijn eerste bekomme. Ik wil hoope dat het noch wel met UEd. gesontheyt magh sijn de mijne is noch wel om UEd. te dinnen, maer ik paseer mijn teyt eel droevigh alhoewel genogsam geselschap is, maer niet van mijn hoemuralleen UEd. is kapabel om mijn in goede hoemur te kunnen doen komme al waer ik nog soo gagreyn (chagrin). Met hetgene ik paser is hop UEd., soet Criseltie en Lonkie te denken. Ier neffen sende UEd. een Briefie van de doktor Allie, alvaer UEd. 30 botelles sal kunnen laete

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 29