21 DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. Mercado van Het portretje waarvan hierboven sprake is, is ver moedelijk het miniatuur dat zich bij de processtukken bevindt, en waarover wij in den aanhef gesproken hebben. Dit was geborgen in een brieventasch van naaldwerk, en verg,ezeld van een vlok haar. De schilder er van was Johannes Volleven, die tot omstreeks 1728 te ’s Gra- venhage leefde, hij genoot een zekere vermaardheid als miniaturist, vooral gedurende het regeeringstijdperk van Koning Willem III, getuige de vele portretten, die hij maakte van de tot het hof behoorende personen. „Mijn soete feytie [Fijl jen) „UEd. D. W. D. en beysondere Vrient „Salomon Parera. allen (halen) die jer sijn vandaen gegan voorlede week, ik oop dase UEd. wel sulle Bekomme, mijn diens aen Mevrou UEd. mama, vaermeede verblijve als alteyt „Ik hoop dat UEd. het klijne portretie aen mijn belooft sal verdig hebbe tugen mijne komst in den Hag. „Ake den 24 Mey, 1697. „Soo UEd. mijn direkt vilt screijven, het adres bij de Dokter Blondel. „Gelieft aen Mercado te late weete waer heij de stroop van parseke kan laete allen (halen). A Mademoiselle Mademoiselle Sofia de Noortweijk a la Haye”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 30