3i8
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Zie Ising: Haagsche Schetsen dl. Ill p. 302.
de o.z. van de Nieuwe Haven. Deze bleekerij was
genaamd ’t Hart. In overdrachten van 1769 en 1799
wordt hij vermeld als een belender van de naar
hem genoemde poort.
De Poort van Cousijn vind ik alleen genoemd in
de Lijst van overledenen, verkochte huizen enz.
November 1798 p. 10.
Poort van Goose Velthuysen.
Aan de z.z. van het PVesteinde nabij de Warmoezier-
straat.
Genoemd naar den bakker Goossen Velthuysen, die
in 1701 een blok huizen kocht, bestaande in drie
huizen voor aan straat en zeven huizen in een gang
of poort daar annex, aan de z.z. van het Westeinde.
Vermeld in de Artikelen voor de Jonge Goudleer-
en Molebuurt 1729 en in het kohier der Verponding
over 1730.
Poort van De Graaff.
Aan de z.z. van de St. Jacobstraat.
Genoemd naar Leendert v. d. Graaf, die in 1782
een huis kocht aan de z.z. van de St. Jacobstraat
en tien in een gang of poort daarnaast, benevens
nog een blok huizen bestaande in een voor aan
straat en vijf in een gang naast bovengenoemde poort.
Vermeld in het Buurtboek der St. Jacobstraat. Jt Is
waarschijnlijk dat hier de Boerenpoort en de daar
naast gelegen St. Jacobsgang\>&^o&\A zijn. Zie aldaar.
„Poort van den heere advocaat Barnevelt.”
Dit poortje, hetwelk genoemd wordt in een rekening
van den Haag van 1611 werd later herdoopt in
Plof poortje en Stalsteegje of Stalstraatje.
Zie p. 177.