32°
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Genoemd naar den eertijds bekenden vischhandelaar
Adrianus Cornells Legel, die in 1830 eigenaar werd
van de Kalkpoort, met de zich daarin bevindende
zeven huisjes. Hij woonde in het huis Spui nD 5.
In de poort bevindt zich nog de ijzeren ring,
waaraan de vlag werd uitgestoken als de eerste
Hollandsche haring was aangevoerd.
Zie Kalkpoort.
Poort van Lippert.
Aan de z.z. van de St. Jacobstraat, tusschen de
huizen thans gemerkt nos. 163 en 183.
Genoemd naar den apotheker Hermanus Jacobus
Lippert, die in 1763 een huis kocht aan de w.z. van
het Spui met een vrijen uitgang in de St. Jacobstraat.
Hij schijnt in dien gang vijf huisjes te hebben ge
bouwd, welke in 1803 door zijn wed. Adriana v. d.
Valk werden verkocht.
De Poort van Lippert wordt reeds vermeld in 1801,
zij werd later in den volksmond Koepoort of Bloed-
poort genoemd. Zie Koepoort.
Poort van Melchers.
Aan de w.z. van het Hofspui, tusschen de huizen
thans gemerkt nos. 113 en 139.
Genoemd naar Maximiliaan Wilhelm Carel Melchers,
wiens vrouw Dorothea Werthmuller tot 1856 eige
nares was van de in deze poort staande huisjes.
Zie Schaafpoort.
Poort van Oosthuizen.
Aan de n.z. van ’t Lage Westeinde, tusschen de
huizen thans gemerkt n°s. 97 en 125.
Genoemd naar Jodocus Martinus van Oosthuyzen,
die in 1780 een huis kocht aan de n.z. van het
Lage Westeinde, belend o. zekere gang of poort, of
naar Petrus Judocus van Oosthuysen, die in 1798