326
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Vermeld in de Artikelen voor de Gouden Leerhuis-
buurt 1745. Inv. p. 32. K.
In 1765 en 1789 werden verkocht een huis aan de
zuidzijde van het Lage Westeinde en nog twee
huisjes daarachter in de Pijperspoort.
Raem. (De)
De „gemeene raem”, waar het laken werd gedroogd,
was begrensd door Vlamingstraat, Wagenstraat,
Groote markt en Burgwal. In het midden der
16e eeuw werden de ramen achtereenvolgens voor
bouwterrein verkocht.
In 1586 o. a. werd verkocht een tuin in den „Raem
van den Hage” belend o. de Raamsloot.
In 1564 verkocht Dr. Huych van Nyeuveen aan den
Magistraat van den Haag 25 ramen en raamplaatsen
in den n.o. hoek van den Raem, belend o. de Raem-
sloot en het gemeene Raampad n. ’t gangpad, strek
kende van de Raempoort in de Vlamingstraat tot
de Raempoort uitkomende in ’t Zuideinde.
In hetzelfde jaar kochten de Burgemeesters van Den
Haag „twee ramen ende raamplaatsen, belend o. de
Raamsloot met het toepad, w. ’t wachthuisje van
den Raem”.
Raemwatering (Luthersche Burgwal en Paviljoensgracht)
Genoemd naar de voorheen daarbij gelegen ramen.
Reystersteeg (waarschijnlijk Haagpoort).
In de Hofboeken van omstreeks 1480 en van 1512
worden o. a. vermeld de eigenaars van de huizen
„aen dye oestzijde van dat Zuydende ende an dye
zuytzijde van dye Spoystraet tot dye stege toe, dye
midden in de Spoystraet staet, daer Reyster J) dye
In 1450 woonde hier eene Willem Reyster, die grond
bezat bij de Ramen van den Haag. Zie Bijdr. en Med. 1907
p. 282, 3a.