DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. 27 Cleve, den 31 December 1698. Hoch Ed, Weigh. Vrou Mevrouetc. Dat men buiten den Haag nog onkundig was van het wangedrag onzer heldin, blijkt uit het navolgende schrif telijke huwelijksaanzoek door den eerzamen Clevenaar van Hoevelwyck in December 1698 bij de weduwe Van Noortwijck gedaan. „Ick hebbe voor eenige tijtt herwarts min dee ehr gegeuen, UwE. met underdanigh respeckt met een brieflf op te wachten. UwE. sal sonder twiefifel mine intention genuichtsam daer utt sien kunnen als ge- bruicke nu wederom die vryheytt mits dese in alle voorgenoemene vrintschap te continuiren met eenen te versekeren met gehorsamts respeckt, het geluck te moogen hebben in UwE. gebieht alle mine dagen met plesir te moogen eindigen, deswege komme mits dese UwE. oitmudigh suppliciren soo goet te wesen min in dese voorgenoemene afferis, bij UwE. lieve dochter een goet vort te verlenen te assistiren. Inmiddels sal UwE. niet qualick gelieven te nemen niet erder ge schreven te hebben, de reden ist dese, het quade wehr oek tot 2 keeren aenhielen te weeten het ganse landt inundiret bennen gewest, also 14 dagen van ons huis onmogelick sonder schip te kommen gewest ist, ondertuischen min oude mooder daer ick respeckt voor hebbe twe ad 3 weken kranek gewest, onmo- gentlick haer Ed. niet verlaeten konde, als oek andere praessante afferis in acht te nemen veroblisiret ben, onmogentlick niet owerkommen kunnen, als benne van intentiae invendich 3 weeken buytten ongeluck

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 36