35°
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
een houtschuurtje genaamd het Valkhofje, gelegen
over de „Valbrugge na Scheeveninge”.
Veenlaan (sinds 1886 Toussaintkade).
In 1770 werden verkocht een tuinmanshuis, tuin en
erf in het Kleine Veentje of Veenlaan aan den Noord
west- Buitensingel tegenover den tuin van het oude
Prinsenhof in Haagambacht.
De Veenlaan werd eerst in 1847 met gas verlicht
en bestraat. Eenige bewoners, die herhaaldelijk ge
klaagd hadden over de stiefmoederlijke behandeling
welke deze weg ondervond, betuigden nu in de
Haagsche Nieuwsbode van den 2301 Juli van dat
jaar hunne tevredenheid „omdat op deze wijze voor
de veiligheid en zedelijkheid der stad in ruime mate
wordt gezorgd.”
Veenpolder.
Deze polder, ten z.o. van den Haag, welke in 1442
omdijkt werd, bestond oorspronkelijk uit twee deelen,
waarvan het eene gedeelte behoorde onder het am
bacht van Voorburg en het andere onder de am
bachten van Wassenaar en Haagambacht. Dit laatste
gedeelte, waarvan de grenzen in 1855 bij besluit
van de Staten van Zuidholland werden geregeld,
droeg den naam van Bezuidenhoutschen polder. Bij
die regeling werd één gedeelte, liggende tusschen
Zuidoost-Binnensingel, Heerengracht, Fluweelen Burg
wal, Nieuwe Haven, Ammunitiehaven en Lamgroen,
onder beheer der stad gebracht.
Veenslop Veenkadelaan).
Op verzoek der bewoners en eigenaars van de in
dit slop gelegen panden in 1875 herdoopt in Bloem-
Mededeelingen van de Vereeniging ter beoefening der ge
schiedenis van ’s Gravenhage, dl. I p. 30, 216 en 221.