Helena van der Maa.
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
29
Het tweede schrijven was in even welwillende termen
gesteld en luidde als volgt:
Ook de familie te Aken bleef lang onkundig van de
schandalen, die te ’s Gravenhage voorvielen, want ware
zij daarmede bekend geweest, dan zou Helena van der
Maa gewis niet de twee volgende brieven geschreven heb
ben. De eerste brief luidde als volgt:
„Segge dickmaels met mijn ouwste zuster zal'-, ik
kom de Maert niet deur en sal mijn Lieve Suster en
nichie noyt meer sien; doch Godt is almagtig: en
geeven ons alle wat ons zalig isen wensge mijn
Lieve Suster nog lange Jaaren in geesontheyt mag
Leeven, en veele vreugde en contentement aan haer
Lieve Dogter zal sien dien ik hoope Godt sal seegenen
en een geluckige vrouw maken; wenste daertoe te
konne contribueerenverblijve naa presentatie van
mijn dienst UEd. Dinaresse en Suster
Mademoiselle et trés chere niesce,
Appres avoir languis longtemps d’antandre l’Estast
de vostre santé et de voir le caracterre de vostre
belle main qui m’a causé une joye Extreme, mais en
mesme tamps une grande confusion de rescevoir un
si beau présant, ne saschant, par ou le récompanser.
Espérant que Dieu me feras la grace d’Estre en Estat
De Reverende mère, mijn dogter en alle de
geestelijcke en de kleine Voshol doen presentatie
van haer dienst en Sara haar ootmoedege
respect.