374
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
1) Behalve het vischgrom gebruikte men voor bemesting ook
de zeesterren of vijfvoeters, die door de Scheveningsche vis-
schers op sommige tijden in groote hoeveelheden indenetten
werden gevangen. Mededeeling van den heer J. C. Vermaas.
2) Handelingen Gemeenteraad 16 Oct. 1866 p. 291.
spoor, dat van het dorp door de duinen langs de
tegenwoordige Stevinstraat en Nieuwe Parklaan naar
de Witte brug liep. Langs dezen weg werd het
vischgrom de afval en ingewanden van zeevisch
vervoerd. In vroegere tijden, toen de schrobnetvis-
scherij voor Scheveningen zeer loonend was, werden
vooral in het voorjaar groote partijen schol en
scharren aangebracht. Die visch werd dan voor een
groot gedeelte schoongemaakt en gedroogd om naar
de Belgische markten te worden verzonden. Het
vischgrom werd gedeeltelijk te Scheveningen zelf
gebruikt als mest voor de aardappelvelden, maar de
meeste vischafval werd met binnenschuiten vervoerd
naar Katwijk, Rijnsburg en andere plaatsen om voor
bemesting van het land te dienen 1). De Scheve-
ningers brachten, met speciaal daarvoor gemaakte
bakwagens, dezen afval naar de sprank van het
Kanaal nabij het Artilleriepark bij de Wittebrug.
Toen later het Kanaal van de Wittebrug af werd
verlengd tot Seinpostduin, kregen de voor het ver
voer van grom bestemde schuiten een ligplaats
meer nabij Scheveningen.
In 1866 verzocht de Scheveningsche reederj. Drayton
Lee aan den Raad, om een villa te mogen bouwen
aan den Gromweg2), terwijl aan dien weg ook de
korenmolen „de Vier Winden” werd gevonden.
Haagsche Veer.
Pleintje op den hoek van Badhuis- en Prins Willem-
straat, waar de wagens naar den Haag afreden. De