32 DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. I? In latere brieven spreekt zij vaak over haar slechte gezondheid, zelfs van bloedspuwingen. In den Haag was zij daarvoor onder behandeling geweest van „Dr. Koek”.2) Tante Helena Killegrew heeft wel geweten dat Pereyra tot de goede vrienden van haar zuster en nicht be hoorde, doch zij moet lang onbekend zijn gebleven met hunne ware onderlinge verhouding. Wij vonden ten minste in het dossier een brief van haar aan Salomon in den Haag, gedagteekend Aken 27 October 1699, waarin zij Pereyra’s knecht. 2) Zeker dr. Johan de Cocqhij woonde op den Kneuterdijk en was een der meest bekende doctoren_van ’s Gravenhage. Op 24 October 1711 vierde hij zijn 50 jarig jubileum als arts, bij welke gelegenheid P. de Bije, Jet. een gedicht op hem ver vaardigde. Zijn bibliotheek, aan het Coll. Med. gelegateerd, bevindt zich nog in haar geheel op het Gemeente-archief. niet als nacht en dagh kreyten en kerremen en de brive kusse dien ik van ie heb. Se sellen haast trejonferen mijn vijiande want ik kan geen acht dage leve als dat soo voort gaat. Doen ik Robbert sagh het was als een engel uyt den hemel. Denckt dan eens wat vrught dat het weese sel als ik mijn Montie sel wellekom kusse; dat is mijn eenighste divertisement dat ik hier heb dat ik ie weer sel sien. Met Godt hulp komt me dogh hale van den Bos, als ie maar kendt sel ik make dat ik daar ben want ik ken hier niet weese alleen van ie, of schrijf eens wat M. Assendelft heeft ghesydt en doet dogh, dat ie mijn belooft hebt want het komt der op an zoo ik ie niet en sie binne twe dage zoo wor ik disperaadt. Ik hadt mijn leve niet ghedoght dat ie apsensie mijn zoo sou bedroeve, ik ken segghe voor Godt dat het mijn de doot baart. Aieu siellief ik ken niet meer schreijven.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 41