i
33
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
Aken naar ’s Gravenhage in
3
Mevrouw Killegrew had niet het recht zulk een toon aan
te slaan. Zij en hare beide zusters waren in haar jeugd al
even onzedelijk geweest. Conétantijn Huygens, den zoon, schrijft
in zijne Journalen, dl. III, bl. 57:
„Bruynestein estant un peu après boire causa fort librement
dans le carosse et me dit entr’ autres choses que Fey (een
bekende huidarts) avoit souvent gueryMadamë“Kïllègrew
dont Stangerlandt estoit le-galand que toutes les trois filles
de Vander Ma estoyent des grandes putains et que la femme j
du medecin Sennar disoit a ses (amants): ick en kan je geen
geit geven; mijn man houdt 'myn te kort; maer ick sal je
recommandeeren aen mijn suster, die geeft braef.”
Pereyra in zeer beleefde termen bedankt voor zijne uit-
noodiging, om de reis van
zijn gezelschap te maken.
Toen mevrouw Killegrew later in den Haag een tegen
bezoek aan hare zuster bracht, kon de waarheid niet
langer voor haar verborgen blijven. Het kwam tot heftige
scènes tusschen de beide zusters, waarbij mevrouw Kil
legrew de weduwe van Noortwijck uitmaakte voor eene
koppelaarster en een bederfster van haar eigen kind. Zij
verliet het huis en verklaarde met zulke verwanten niets
meer gemeen te willen hebben. 1)
Sofia scheen de hoop niet opgegeven te hebben Pereyra
te bewegen zich van zijne vrouw te laten scheiden om
met haar te kunnen trouwen. Herhaaldelijk raadpleegde
zij den advocaat Sn evens en den procureur de Vos over
deze mogelijkheid en toonde bij deze conferenties eene
heftige jaloezie tegen de wettige gade van haren min
naar. Deze zelf was geheel gevangen in de netten der beide
vrouwen en moest de liefde van Sofia en de goede ge
zindheid harer moeder duur genoeg betalen. Door de
laatste werd hij ter dege geplukt, en zij wist hem te be
wegen allerlei goederen, die aan zijnen vader behoorden,
naar hare woning te doen verhuizen. Kostbaar porselein