DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
34
wist, dat deze door hem aan zijn vader ontstolen waren.
Op de Verjaerdagh Van Fepytje Nopoortwepyk, op den
23e verjaerdag met een Liefflykheyt gerencontreert. (1696)
lek com u begroeten met een Das
O schoone Fepytje, volmaeckte Tas,
J) Trouwens de naam Vos is verscholen in „Voposje” van
de laatste regel.
Sofia zelf profiteerde weinig van die zonderlinge
schenkingen, want zij kreeg zelfs geen behoorlijk zak
geld, zoodat zij van den procureur de Vos geld moest
leenen, op eene schuldbekentenis die zij later afloste.
De kwitantie van Barent de Vos, n°. 31 van het dossier,
is van 24 December 1699 en vermeldt geen bedrag.
De geestigheid van dezen sinjeur, dien wij nog in 1701
als Sofia’s notaris zien optreden, kan blijken uit de
niet zeer kiesche wijze waarop hij haar luchtte in een
anoniem satyriek gedicht, dat wij in het dossier aan
troffen en hieronder afdrukken. Eene vergelijking met het
handschrift van den Procureur, brengt duidelijk aan het
licht dat het vers door hem geschreven is. x)
en eene hoeveelheid tafelzilver, met het familiewapen der
Pereyra, kwam zoodoende in haar bezit.
Ook vier paarden, een karos, een berline, een chais
en eene narreslede, die het eigendom waren van den
ouden heer Pereyra, en versierd waren met zijn wapen,
werden door Salomon aan zijne beminde vereerd en
ondergebracht in de stallen van de hofstede Eik-en-duin.
Maar hierbij bleef het niet en ook geldswaardige papieren
veranderden op deze wijze van eigenaar. Mevrouw van
Noortwijck ontving uit handen van Salomon obligatiën tot
een gezamentlijk bedrag van 33000 gulden, hoewel zij