DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. 39 een Het verhaal door Sofia opgedischt van den Joodschen makelaar, die zijne vrouw verliet om met de naaister van burgemeester Valckenier te trouwen, schijnt een ver zinsel van haar geweest te zijn om Salomon tot gelijke wijze van handelen aan te sporen. Bij een onder zoek in het Amsterdamsch archief is ons daarvan niets gebleken. Niet altijd waren Sofia’s brieven even teeder, hoewel toch in alle eene groote liefde voor den man doorstraalt. Was die liefde echt of voorgewend, wie zal het zeggen In de meeste dringt zij te veel op de regeling hunner verstandhouding aan en dit verlangen kan wel uit geld zucht verklaard worden. Pereyra schreef haar dat hij twee jaar tijd moest hebben om haar wenschen te ver vullen, en daarop antwoordde zij hem schriftelijk. Lijse-straadt en hij is heel rijck en hij heeft nu een krissten vrou ghetrout, die te Amsterdam heefdt ghe- naayt ant huys van de burgemeester Valckenier en hij is met haar ghetrout in de Nieuwe kerck publiek en hij heeft zijn jootse vrou verlaten en aide exsempel zijn zoo klaar als den dagh en aide advokaten seggen dat het niet een duyt waart isals ie dat doet dan is alles uyt, doet het om Godt wil. Se segge dat Stegelis bij ie is ghegaan; weest voorsightigh om mijnent wil, ik mot ie zien of ik ben doot. Aieu vart wel om mijnent wil”. „Weest versekert dat ik van die malle praat van twe jaar te wachten niet van wil hoore spreken want het degouteer me van die malle praat an te hore, ie mot mijn niet wijs make dat ie over twee jaar in beter staat seldt zijn om its voor mijn te doen”. (Dossier 5194).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 48