42
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
van kennis en deelden hem tegelijkertijd mede, dat zij
haar weg zouden nemen over ’s Hertogenbosch. In die
stad zouden zij logeeren in den herberg de Paauw over
de Hal bij de Groote Markt en zij spraken de hoop uit
hun vriend aldaar te treffen. In dit schrijven verhaalt Sofia
van een zekeren Heer de Castro, die ook te Aken ver
toefde en er iederen dag een schitterend bal gaf. Daar zij
in zeer droevige gemoedsstemming was, weigerde zij aan
vankelijk elke uitnoodiging, doch zij liet zich door Castro’s
overreding verleiden, en gaf twee maal aan zijn invitatie
gevolg, doch zij kon er zich heelemaal niet diverteeren
en schreef: „hoe meer ik bij de mense ben hoe het
arreger is.”
Wij kunnen gerust aannemen dat het oponthoud in
’s Hertogenbosch ook een bezoek gold aan de rechts
geleerden raadsman Mr. Hendrik Keyser, en dat de
dames wel eens persoonlijk zijn oordeel over de hangende
kwestie wilden vernemen.
De zaak was daarmede echter nog niet beslist en
nog in overweging in de maand October van hetzelfde
jaar, hetgeen blijkt uit eene uitnoodiging van Hendrik
Keyser aan Salomon Pereyra onder dagteekening van
ii October 1699, waarbij de advocaat hem verzocht nog
eens in ’s Hertogenbosch te komen om hem persoonlijk
over deze aangelegenheid te kunnen onderhouden.
De oude heer Pereyra, die spoedig genoeg gewaar
werd, dat zijne zoon hem bestal en op allerlei wijze zijn
geld verspilde, wilde daaraan zoo krachtig mogelijk paal
en perk stellen, door zijn zoon te laten vastzetten. Een
bekende van Salomon, zekere Johannes de Bruijn, 42
jaar oud en collecteur te Schoonhoven, had hem van de
plannen zijns vaders op de hoogte gebracht, en het ge
volg daarvan was, dat Salomon de wijk nam naar Schoon
hoven en zich daar verborgen hield.