46 DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. Salomon Pereyra. aan een „Ik sal mijn best doen op het gausten klaer te sijn om mijn siel lief met den eerste met Matie al- lier te omeisen ik heb anders niet te scrijven en oop dat ie nogh wel bent. Mijn dienst aen onse matie en ik blijf voor evig aen mijn Fytie, adieu siel vaerwel. Leest de ingelijde voor mijn Heer Snewens of het soo van u behagen is en sturtse hem.” Bij deze correspondentie bevond zich eene geschrevene belofte van Salomon Pereyra van den volgenden inhoud Ik beloof hier voor Godt en voor de wereldt aen juft'rou Noortwyck dat ik haar sel voldoen binne de tijt van drie maenden in alle beloften dien ik haar dusent maal met groote en swaere Eden heb belooft den 20 Maert 1699. Dit geschrift is zonderling genoeg, daar het niettegen staande zijn plechtigen vorm, absoluut hol van inhoud is en den schrijver geen enkele materieele verplichting oplegde. Salomon Pereyra logeerde te Schoonhoven in de Bruine Roskam en behalve brieven kreeg hij daar ook het bezoek van Sofia. Zoo gaf ze hem de raad om zijn vader en aan zijn moeder per expresse ieder brief te schrijven, ten einde uit de onzekerheid te geraken omtrent hetgeen hem te wachten stond. Maai daarbij zakelijk en slim, maakt zij hem er op attent, dat hij ook een briefje aan Vollevens, den schilder van haar portret, moet richten met order al de schilderijen, die Pereyra bezat te laten volgen, om daarmede een kamer buiten op zijn huys te behangen. Zij beloofde wel alles zoo te zullen doen, dat er geen kink in den kabel kwam. Voortdurend geeft ze hem schriftelijk goede wenken. Ze is minder vertrouwend dan hij op de goedheid en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 55