48 DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK. ze aan Intusschen was Pereyra naar Gouda verhuisd en woonde daar eerst bij majoor Ter Gou, op de Buitenmart op de Sluis, later bij Abraham van Lansbergen en reisde van daar naar Schoonhoven en Rotterdam om geld op de juweelen te krijgen. Tijdelijk logeerde hij te Rotter dam bij Jacob Telles La Coste en ontving daar het be zoek van" Soda, dTe omTiarë’ finantiën te verbeteren in de loterij was gaan spelen. Van Telles kreeg hij ƒ2000,op de kostbaarheden, en op aanraden van Sofia trachtte hij van dezen nog 2000 gulden te krijgen op zijn moeders rekening, of hem dit gelukte is ons niet gebleken. Pereyra, dat hij daarvoor geen moeite behoeft te doen, want door bemiddeling van zekeren heer Westenburgh kan ze een goede pas krijgen, die had er ook een be zorgd aan Baron Suasso. De schuldeischers werden zeer dringend en liepen bij haar het huis plat, opgestookt door haar vroegeren vriend den procureur Barent de Vos. Ook Verstraten, de leverancier van een mooie japon, werd bizonder lastig en strijdensmoede wenschte ze maar dat Salomon terug kwam om alles te betalen „terwijl datter geldt ree leydt om ie schulden te betalen.” Waarop die uitdrukking slaat is ons niet recht duidelijk, want voor het oogenblik scheen het eenige middel om aan contanten te komen, te bestaan in de beleening van de juweelen, die Sofia van Pereyra gekregen had. Op een Zondagmorgen begaf zij zich per schuit naar Delft, al waar zij Salomon rendez-vous gegeven had in de stads herberg en stelde hem aldaar de sieraden ter hand. Zij behield de directie der zaak, haar minnaar moest volgens hare instruction handelen. Deze luidden: „Laadt de juwelen soo hoogh belene als ie ken, want anders weet ik iemant, die der de uyterste preys voor sel geven.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1911 | | pagina 57