68
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
bekent heeft, dat zij de
vier duysent gulden alsnoch
gevangen heeft gegeven eens thien duysent guldens
aan obligatien.
Eens dertien duysent guldens aan obligatien.
En noch eens tien duysent guldens aan obligatien.
En dat sij gevangen wel heeft geweten, dat de
voornoemde Salomon Pereyra die obligatien uyt het
huys van zijn vader Jacob Pereyra had genomen, en
dat zij gevangen de voornoemde Salomon Pereyra
meermalen heeft horen seggendaar hebbe wij weder
wat gekrabt, en somtijds: wij moeten weder wat krabben.
Dat de voornoemde eerste tien duysent guldens
aen obligaties, aen haer gevangen op het comptoir
van den ontvanger generael van Hollant afgelost zijn.
En of wel zij gevangen over den eygendom van de
voorsz. obligatien van tien duysent guldens een formeel
proces voor den Hove tegen de voornoemde Jacob
Pereyra heeft doen sustineren, zoo geeft zij tot haer
verschoninge voor, dat Salomon Pereyra in Maart
van den jare XVIC negen en negentich een obligatie
ter somma van vier duysent guldens ten hare behoeve,
op een open naem stont soude hebben gepasseert, voor
seecker notaris alhier, en dat zij gevange met den
selven Pereyra zoude geconvenieert hebben, om die
obligatie aan de voorn, afgeloste obligatien ter somma
van tien duysent guldens te korten en dat tusschen
hen beyden a la familiaire gehandelt zijnde geen
preciesse liquidatie noch aenteekeninge gehouden was
alhoewel zij gevange nu
voorschreve obligatie van
onder haer heeft.
Dat zij gevange de voorn, dertien duysent gis. aen
obligatien in de maand Juny lestleden heeft gegeven
aan seker notaris alhier, met intentie om daer op van
de voorn. Jacob Pereyra negen duysent guldens aen