78
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
mijn beloofde dat hij mijn moeder weer in der vrij-
heydt sou stellen en soo hij niet na quaem dat hij
mijn beloofden dat hij dan wenste dat Godt hem met
sijn straffen soude achtervolgen hier en hiernamaels
en hij beloofde mij met sijn soon veyftig dusendt gulden
en een wooning int Westlant, daar op die beloften
nam ik het briefie aan”, enz.
Sofia bleek slim genoeg te zijn tegenover de overrom
peling van den geslepen magistraat. Zij zag dadelijk in
dat zij de noodige voorzorgen moest nemen om ten minste
eenig voordeel te trekken van hare opoffering. Door al
de knoeierijen van haar moeder en haar minnaar had zij
zeker geleerd op haar hoede te zijn en eenige wetskennis
opgedaan, want zij begreep dadelijk, dat de trouwbelofte
van een minderjarige geen geldigheid heeft, indien de
vader zijne medewerking daartoe niet verleent, en zij
wist bovendien nog van Mr. Hoflant de belofte te ver
krijgen dat hij zijn zoon zou doteeren met een bedrag
van 50.000 gulden en hem eene hofstede in ’t Westlant
in vollen eigendom zou afstaan.
Zoo spoedig mogelijk moest nu
met elkander in kennis brengen
de noodige voorzorgen van
de Fiskaal de jongelui
en dit geschiedde met
de zijde des heeren Hoflant
volgenderwijze. In October reed hij met zijn veelbelo-
venden zoon per koets naar Scheveningen en van daar
naar het huis van Sofia, waar hij in de schemering arri
veerde en tot ongeveer negen uur bleef. Zooals ons be
kend is uit het verhoor van Johannes van Langenhoven,
den twintigjarigen knecht van den magistraat, was mevrouw
Hoflant allesbehalve ingenomen met het voorgenomen
Mevrouw Hoflant was eene geborene Anna Maria Godin.
Volgens de grafboeken van de Nieuwe Kerk werd zij op
19 April 1711 begraven.