83
DE GESCHIEDENIS VAN SOFIA VAN NOORTWIJCK.
Daarbij was juist op dit tijdstip eene curateele over
den boedel gesteld. De heeren Mr. Paulus van Assendelft,
oud-Burgemeester van’s Gravenhage en Mr. Aelbert Bosch,
Commies Fiskaal van ’s lands gemeene middelen waren tot
curators benoemd en hun eerste werk zou natuurlijk zijn, alle
kasten en kisten te verzegelen. Haar dienstmeid Louise,
bood haar aan het stuk in haar koffer te bergen, doch
ook dit vertrouwde zij niet, en toen zon zij op iets anders.
Eene arme nicht met name Jakomina van Noortwijck
had zij na haar ontslag uit de hechtenis bij zich als ge
zelschap aan huis genomen en aan deze besloot zij de
akte ter bewaring te geven. Meutjen Jakomijntjen, zoo
heette de nicht in de wandeling, kreeg de nadrukkelijke
opdracht het document dag en nacht bij zich te dragen,
en het vooral niet in een kast op te bergen. De onge
lukkige nicht hield zich niet aan die vermaning en toen
zij op een avond te bed ging nam zij het uit haar zak
en sloot het in een kast. Het toeval wilde dat op dien
avond juist de kast verzegeld werd, waarin zij de haar
toevertrouwde akte had geborgen. Groot was haar wan
hoop, doch voorloopig was er niets aan te doen.
Zij moest de onweersbui afwachten, die bij de thuis
komst van Sofia van Noortwijck boven haar arm hoofd
zou losbarsten en men kan zich licht voorstellen, dat deze
verre van malsch zou zijn.
Ook voor den heer Fiskaal zagen de zaken er niet
rooskleurig uit en ook hem stonden minder aangename
verrassingen te wachten.
In den legger van ondertrouw te ’s Gravenhage vinden
wij op 14 November 1700 de huwelijksafkondiging inge
schreven van onze heldin met haar veelbelovenden brui
degom.
Dit nieuwtje was blijkbaar reeds eenige dagen te voren
verspreid en werd natuurlijk voldoende gecommenteerd