I
w
o
wï
1/ -
/z? o»
Voorzijde: Op den voorgrond ziet men in het midden eene zwaan,
het zinnebeeld van het Luthersche kerkgenootschap; aan de eene zijde
knielen biddende weesjongens, aan de andere zijde meisjes. Boven
en tusschen beiden in, in het veld van den penning, staat te lezen
Thren (klaaglied van Jeremias) V. v. 3. Wij sijn weesen ende hebben
geenen vader!’
Als antwoord hierop ziet men in een helder, hemelsch licht boven
aan den penning de spreuk:
,,Hebr. XIII. j. Ik wil u niet verlaeten.”
Om den rand staat vermeld: „Ps. LXXVIII v. 23. De Heer liet
het man op hen reegenen om te eetenj’ terwijl onderaan te lezen
staat„Sic coelitusper cordum inclinationem cygnea Hagae comitum
/F
F S
F 1
alitur proles.” (Zoo wordt de jeugd van de Luthersche gemeente
te ’s-Gravenhage van uit den hemel door de barmhartigheid gevoed.
Keerzijde: Hier ziet men afgebeeld twee gekroonde wapenschilden,
het eene van Holland, het andere van ’s-Gravenhage, waarboven
in een driehoek den naam van Jehova in Hebreeuwsch en waaronder
de woorden: „Hic Deus omnia.” (God is hier alles.)
Om de wapens staat vermeld: „Exod. n,v.g. Neem dat kindeken
heenen ende soogd het mij, ik wil u loonen.”
Om den rand staat: Ampliss. Magistr. Hagiens. non pauca
fecerunt, Praepot. ordin. Holl. et Westfris. permulta.” (Niet
weinig hebben de Edelachtbare Magistraten van ’s-Gravenhage ge
daan, zeer veel de EdelGrootmogende Heeren Staten van Holland
en West-Friesland.)
Onderaan staat te lezen: ,In perpetuam Memoriam Coetui Luther-
92
VAN DE OPRICHTING DER LUTHERSCHE GEMEENTE, ENZ.
het Luth. Weeshuis.
I
J
SÏCOETVi IA' TH ER AN O M AG I W
CSCONCES.SAE niBERTATIS&f
S 1GEXOIORPH ANOTRON! I
^^^feg^ïDCCXXX
-X. 'U TV- F -
Gedenkpenning op de stichting van