93 ano Hagi. concessae libertatis erigendi orphanotrophium D. VI Jun. MDCCXXXIII." (Ter altoosdurende gedachtenis voor de Luther- sche gemeente in den Haag wegens de verleende vrijheid om een weeshuis op te richten dato 6 Juni 1733.) Beneden aan den rand vindt men ten slotte nog den naam van den maker: „N. v. Swinderen f.” Wij hebben ons reeds te lang met deze liefdadige instelling bezig gehouden en zouden zoodoende ons doel voorbijstreven! Keeren wij thans terug tot het kerkgebouw der Luthersche gemeente en deelen wij mede, wat naar onze meening der vermelding waard is! Reeds geruimen tijd werd de reeds meer genoemde Zweedsche Gezant te ’s-Gravenhage, de heer Preijs zoowel in de godsdienst oefeningen als op de vergaderingen van den kerkeraad gemist. Daarom werd op 10 November 1741 eene deputatie benoemd om aan Z. Excellentie te gaan verzoeken de diensten weder als voor heen te komen bijwonen. Ds. Pambo voerde het woord, waarop de heer Preijs antwoordde, dat Z. M. de Koning van Zweden en hijzelf het hoogst kwalijk hadden genomen, dat Ds. Pambo hunne namen mede had vermeld met die van andere consistoriale leden, die door de hooge overheid zouden worden ,,geconstringeerd" in de betaling der gevoerde processen. Hierdoor waren Z. K. Majes teit en ook hijzelf ten zeerste beleedigd, weshalve Z. Excellentie verlangde dat Ds. Pambo daarvoor vergiffenis zou vragen. Toen daarop de predikant de zaak had toegelicht en zijn excuus had aangeboden, verklaarde Z. Excellentie een en ander aan den Koning te zullen melden en later Hoogstdeszelfs besluit aan het consistorie te zullen mededeelen, met verzoek hiervan in het protocol melding te maken. Nadat hij zich later persoonlijk had overtuigd, dat dit behoorlijk geschied was, betuigde hij daarover zijne tevredenheid en beloofde den heeren binnen twee a drie weken zijn besluit ken baar te maken. Inmiddels overleed H. M. de Koningin van Zweden, van welke gebeurtenis de Gezant Preijs aan de leden van het Consistorie kennis gaf, die niet verzuimden eene deputatie uit hun midden af te vaardigen, om hunne deelneming te betuigen. In 1746 kwam de heer Preijs, die als de eigenlijke stichter van het Luthersche Weeshuis is te beschouwen, zelf te overlijden. De VAN DE OPRICHTING DER LUTHERSCHE GEMEENTE, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 101