97 werden om advies opgezonden aan den architect De Swart en den heer Hoeneker te Amsterdam, die den voorgevel hebben ontworpen. Op 27 April van het volgend jaar rapporteert de commissie voor den opbouw, dat de bazen nog geen bestekken hadden gemaakt, omdat zij vooraf wilden weten, wat hun daarvoor betaald zou worden. Daarop was aan Valkenburg geantwoord, dat, indien het werk aan hem werd gegund, het opmaken van het bestek niet zou worden vergoed, doch, in geval hij geen aannemer werd, hij het opzicht over het geheele werk zou krijgen tegen eene belooning van f 750.— in eens. Deze conditiën werden aanvaard en het op maken van het bestek met de leverantie van steen, nadat de hoe danigheid was vastgesteld, moest nu met bekwamen spoed door hem worden ter hand genomen, waarvoor hij bovendien nog 100 dukaten zou ontvangen. Op 20 October worden door de heeren Valkenburg en Elffring afgewerkte teekeningen van de kerk ingediend, die door den Kerke- raad aan den Hertog van Brunswijk-Wolffenbuttel zijn opgezonden. Deze maakt aanmerking op de plaatsing zijner bank, die hij liever bij den ingang der kerk zag aangebracht. De Vorst van Nassau Weijl- burg, die de teekeningen ook had ingezien, maakte geen bezwaar. Onderwijl werd besloten, dat tijdens den bouw der kerk de gods dienstoefeningen in eene noodkerk zouden gehouden worden, waar voor eene loods moest worden opgericht, en dat de koster tijdelijk zou gaan wonen in het aan de kerk toebehoorend huis, waar toen Amelonge woonde, en dat hij daarin ook school en vuurhuis moest houden. Valkenburg zendt nu de bestekken in, die door Hoeneker nog eens worden geverifieerd, terwijl de teekeningen van kerk en loods om advies worden gezonden aan Generaal-Majoor Creits. Laatst genoemde maakt eenige aanmerkingen, waarna de plannen worden gewijzigd en aldus vastgesteld. Uit het bestek komen wij te weten, dat de loods op 1 Maart I759 gereed moet zijn, dat preekstoel, doophek en alle banken in ééne week moeten worden uitgebroken en in de hulpkerk opgesteld. De betaling der loods zal geschieden in drie termijnen: de helft als de loods gereed is, een vierde 6 maanden daarna en de rest wanneer de loods weer weggebroken is. De betaling van den kerk bouw is op dezelfde wijze geregeld: de eerste termijn vervalt, 7 VAN DE OPRICHTING DER LUTHERSCHE GEMEENTE, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 105